Ik ga mezelf even voorstellen. Ik ben Ellie een straathond. Ooit was dit anders, ik woonde in een gezin, kende liefde en geluk. Ik hield veel van mijn baasjes... Tot de dag dat ze mij niet meer wilden en achterlieten op de straat. Toen begon mijn zwerftocht waar ik jullie even wil over vertellen. Ik had honger en dorst, ik had het koud in de winter en soms voelde ik mijn pootjes niet meer. Waar ik om eten ging bedelen werd ik weggejaagd, of gooiden de mensen stenen naar mij. Ik kon maar niet begrijpen waarom. Ik was een lieve hond, altijd gehoorzaam, was lief voor de mensen en toch werd ik een straathond.
Ik sloot vriendschap met andere straathonden en samen liepen we naar toeristische gebieden om voor wat eten te bedelen en wat aandacht. We hoorden hen zeggen : "Het zijn vuile straathonden, ze hebben vlooien, ze zijn ziek..." Toen dropen we af, want niemand wou ons. Kon ik hen maar vertellen over mijn verleden.
Op een dag vertrokken de toeristen en werden wij door ons volk uit de steden verdreven, we mochten daar niet meer blijven. Ik slenterde langs de straten op zoek naar eten. Daar zag ik mijn kinderen, mijn familie en vrienden aan de kant van de stoep liggen, aangereden door een wagen of uitgehongerd. Mijn tocht was lang en moeilijk en ik werd moe, had geen fut meer om verder te gaan, verder te vechten tegen al het onrecht dat mij en mijn vrienden werd aangedaan.
Op een dag kwamen er zware auto's aangereden en mensen namen mij gevangen. Ze brachten mij naar een speelweide waar nog andere honden liepen. Ik wist niet wat er gaande was, maar zag wel de angst in hun hondenogen. Angst voor de dood. Ik was toen nog jong en dacht dat we gered waren tot ik de mensen zag met geweren. Ik hoorde een luide knal en nog één en nog één. Ik was bang... Ik hoorde mijn vrienden huilen. Ik besefte niet wat er gebeurde, besefte niet tot wat de mensen in staat waren, maar begreep wel dat ik moest vluchten, ver weg vandaan van die gruwelijke plek. Mijn gedachten riepen steeds : "Vluchten, Ellie ! Vluchten !" Ik zag een gat in de omheining en liep er zonder nadenken naartoe. Ik voelde de roestige ijzerdraad die mijn lichaam doorboorde, ik voelde hevige pijnen, maar wou alleen maar vluchten. Ik was zo angstig voor die harde geluiden, ik wist als ik terug vrij kon zijn dat ik kans maakte op een nieuwe thuis.
Toen ik ver genoeg was gelopen en me veilig kon verstoppen keek ik nog eenmaal om naar de weide. Het beetje groene gras was rood van kleur, ik hoorde geen gehuil meer, het enige wat ik zag waren mijn familie en vrienden die roerloos in het rode gras lagen. Als jonge hond besefte ik toen dat ik moest leren overleven. Ik ben één van de gelukkigen die deze gruwel kan navertellen. De andere dieren, die in een andere zware auto zaten heb ik nooit meer gezien of gehoord. Zij werden vervoerd naar de dodencel. Niemand weet wat zich daar afspeelt. Niemand kent de gruwel achter die muren. Alleen de mensen waarvan het bloed van die dieren aan hun handen kleeft, alleen zij kunnen het vertellen maar zullen dit nooit doen.
Ondertussen ben ik al wat ouder en denk niet dat ik nog kans maak op een warm gezin. Maar ik geef de moed niet op. Mijn kinderen kennen mijn verhaal en zolang ik kan zal ik over hen waken en als ze een adoptiegezin vinden die goed voor hen zorgt, dan pas zal ik mijn hondenhoofd kunnen neerleggen en met een gerust hart slapen gaan.
Dit is een waargebeurd verhaal. Met dit verhaal wil ik vragen als je onze foto's ziet, veroordeel ons niet maar hou van ons. Geef ons ook een kans te overleven, te leven in jullie mooie leven en wij zullen jullie eeuwig dankbaar zijn. Of we nu wat ouder zijn of heel jong, ons dierenhart vraagt ook om liefde en geluk.
Ondertussen wacht ik op mijn tijd die zal komen, want overleven op de straat kunnen we niet zonder jullie hulp.
Een straathond met de naam Ellie
Ik sloot vriendschap met andere straathonden en samen liepen we naar toeristische gebieden om voor wat eten te bedelen en wat aandacht. We hoorden hen zeggen : "Het zijn vuile straathonden, ze hebben vlooien, ze zijn ziek..." Toen dropen we af, want niemand wou ons. Kon ik hen maar vertellen over mijn verleden.
Op een dag vertrokken de toeristen en werden wij door ons volk uit de steden verdreven, we mochten daar niet meer blijven. Ik slenterde langs de straten op zoek naar eten. Daar zag ik mijn kinderen, mijn familie en vrienden aan de kant van de stoep liggen, aangereden door een wagen of uitgehongerd. Mijn tocht was lang en moeilijk en ik werd moe, had geen fut meer om verder te gaan, verder te vechten tegen al het onrecht dat mij en mijn vrienden werd aangedaan.
Op een dag kwamen er zware auto's aangereden en mensen namen mij gevangen. Ze brachten mij naar een speelweide waar nog andere honden liepen. Ik wist niet wat er gaande was, maar zag wel de angst in hun hondenogen. Angst voor de dood. Ik was toen nog jong en dacht dat we gered waren tot ik de mensen zag met geweren. Ik hoorde een luide knal en nog één en nog één. Ik was bang... Ik hoorde mijn vrienden huilen. Ik besefte niet wat er gebeurde, besefte niet tot wat de mensen in staat waren, maar begreep wel dat ik moest vluchten, ver weg vandaan van die gruwelijke plek. Mijn gedachten riepen steeds : "Vluchten, Ellie ! Vluchten !" Ik zag een gat in de omheining en liep er zonder nadenken naartoe. Ik voelde de roestige ijzerdraad die mijn lichaam doorboorde, ik voelde hevige pijnen, maar wou alleen maar vluchten. Ik was zo angstig voor die harde geluiden, ik wist als ik terug vrij kon zijn dat ik kans maakte op een nieuwe thuis.
Toen ik ver genoeg was gelopen en me veilig kon verstoppen keek ik nog eenmaal om naar de weide. Het beetje groene gras was rood van kleur, ik hoorde geen gehuil meer, het enige wat ik zag waren mijn familie en vrienden die roerloos in het rode gras lagen. Als jonge hond besefte ik toen dat ik moest leren overleven. Ik ben één van de gelukkigen die deze gruwel kan navertellen. De andere dieren, die in een andere zware auto zaten heb ik nooit meer gezien of gehoord. Zij werden vervoerd naar de dodencel. Niemand weet wat zich daar afspeelt. Niemand kent de gruwel achter die muren. Alleen de mensen waarvan het bloed van die dieren aan hun handen kleeft, alleen zij kunnen het vertellen maar zullen dit nooit doen.
Ondertussen ben ik al wat ouder en denk niet dat ik nog kans maak op een warm gezin. Maar ik geef de moed niet op. Mijn kinderen kennen mijn verhaal en zolang ik kan zal ik over hen waken en als ze een adoptiegezin vinden die goed voor hen zorgt, dan pas zal ik mijn hondenhoofd kunnen neerleggen en met een gerust hart slapen gaan.
Dit is een waargebeurd verhaal. Met dit verhaal wil ik vragen als je onze foto's ziet, veroordeel ons niet maar hou van ons. Geef ons ook een kans te overleven, te leven in jullie mooie leven en wij zullen jullie eeuwig dankbaar zijn. Of we nu wat ouder zijn of heel jong, ons dierenhart vraagt ook om liefde en geluk.
Ondertussen wacht ik op mijn tijd die zal komen, want overleven op de straat kunnen we niet zonder jullie hulp.
Een straathond met de naam Ellie